Donderdag 6 april hadden wij een interessante lezing over de problemen van de boeren en de toekomst van het platteland.
Vroeger, niet zolang geleden, kon men zonder problemen thuis een varkentje slachten. Een noodslachting gebeurde thuis en het vlees werd verkocht bij de buren. Dat gebeurde allemaal zonder papieren en zonder dat er een vuiltje aan de lucht was.
Tegenwoordig is zoiets ondenkbaar, tenzij voor een bepaalde soort mensen. Die mogen thuis slachten, mogen hier verblijven zonder papieren. Dat wordt zoals men zegt gedoogd.
Dieren krijgen oormerken, dieren zonder oormerken zijn een kwalijke zaak voor de boer. Hier geen gedoogbeleid maar een harde aanpak.
Ondertussen staat Gaia met een belerend vingertje te zwaaien over dieren- en ander leed.
Aan de zijlijn staan de groenen klaar om de boer de les te lezen en te leren boeren zoals zij dat zouden willen, want zoals iedereen weet weten die van
’t stad het veel beter. Zure regen is van de agenda gevoerd want nooit bestaan, alleen in de verwarde geest van geitenwollensokkendragers.
Voor mest uit te rijden heeft men de juiste papieren nodig, om wind te laten nog niet.
Een milieuvergunning aanvragen betekent zoveel als een langdurig kruisverhoor waaraan criminelen onderworpen worden.
Wij kennen nu fijn stof, nitraten in het drinkwater, Kyoto, worden de landbouwsubsidies in vraag gesteld.
Er gaan zelfs stemmen op om de boeren uit de derde wereld meer kansen te geven hun producten bij ons te slijten. Uitgerekend de derde wereld waar mensen van honger omkomen.
Is er nog toekomst voor het platteland, of beter gezegd is er nog plaats voor gezond boerenverstand ?
De volledige tekst van de toespraak vindt u hier.
zondag 9 april 2006
Abonneren op:
Posts (Atom)