zaterdag 4 april 2009

Ivo de Cock 70 jaar

De fototentoonstelling "Dolen door het land van Reynaert"
Tentoonstelling 70ste verjaardag
was een overrompelend succes. Meer dan honderd aanwezigen kwamen Ivo gelukwensen met zijn zeventigste verjaardag en bewonderden ook zijn mooie fotoreeks . Er was zelfs een olijkerd die Ivo geluk wenste met zijn eerste zeventig jaar. Onze penningmeester, Astère Vaerewijk, ging in dezelfde stijl door in een gedicht met als titel: jeugd. De jeugd is geen periode van het leven, ze is gesteldheid van de geest, een vrucht van de wil, een kwaliteit van de verbeelding”, enzovoort. Dan was er het levensverhaal van Ivo gebracht door onze secretaris, Gilberte Geers. Uit dat verhaal konden wij vernemen dat Ivo op de barricaden en aan de wieg stond van het Algemeen Boerensyndicaat. Ook kwamen wij te weten dat Ivo veel boeken las in zijn jeugd, geen romannetjes, maar zware kost. De oude Grieken, Plato en Aristoteles waren voor hem als het ware dagelijkse kost. Bij de Romeinen was het Cicero die op de bovenste plank lag. Opmerkelijk, Ivo las deze klassiekers op zestienjarige leeftijd en zij hebben hem voor een groot deel gevormd. Rudi De Boever deed niet onder in lofbetuigingen voor de jarige en bedacht hem met een geschenkbon van eethuis de Straffe Kost. De inleiding van de fototentoonstelling werd ten slotte verzorgd door Alain Cleyman. De fotografie van Ivo, aldus de spreker, nodigt onvermijdelijk uit tot poëzie. Elke foto is poëtisch, refereert naar het buikgevoel dat je ook terugvindt in de klassieke poëzie van Van Wilderode, de meer experimentele poëzie van Paul Snoeck; de fotografie van Ivo de Cock ademt poëzie, is poëzie. Daarom is de fotografie van Ivo de Cock kunst, geen cloacakunst maar echte kunst die je naar de keel grijpt, kunst met een hoofdletter. Daarna was het tijd om de hongerigen te voeden en de dorstigen te laven. Dat is nog altijd een werk van barmhartigheid. Hector van Oevelen, hofdichter van Pallieter , zag dat het goed was en gaf zijn goedkeurende zegen over het gebeuren. De volledige spreekbeurten vindt de lezer in volgorde hieronder.

Ivo De Cock 70 jaar (1)

Toespraak door Alain Cleyman

“Dolen door het land van Reynaert”

Dames en Heren ,Prominenten, Beste Ivo en Yvonne, Laat me vooreerst U hartelijk bedanken voor de eer die U mij vandaag gunt om deze fototentoonstelling onder de titel “Dolen door het land van Reynaert” in te leiden. Het moet in 1966 geweest zijn, of was het 1967, ergens in augustus of september. Eén van mijn oudste herinneringen: mijn vader zat aan de grote tafel, knipte smalle bruine strookjes in kleine stukjes, stak ze tussen 2 kleine glaasjes en ’s avonds keken we “naar de dia’s”, geprojecteerd op een groot wit scherm. Gewoonlijk moesten ze nog eens worden omgedraaid want “ze zaten verkeerd”. De dia’s van de zorgeloze vakanties aan zee, de foto’s van de reizen naar de bergen, de foto’s van de eerste stapjes van zoon of dochter, de foto’s van de communie, het verjaardagsfeestje, … we bezondigen er ons allemaal aan. Soms kiezen we voor een vakman, de trouwfoto’s. We willen herinneringen aan vroeger vasthouden, koesteren, terugkeren naar hetgeen was: het goede, het leuke, het mooie, het esthetische. De huis- tuin- en keukenfotografie is zo ontwapenend, zo echt, zo puur want … zo liefdevol. Daarnaast staat de portretfotografie. Ik denk onmiddellijk aan één van de Vlaamse giganten, vaak vergeten: Willy Kessels. Wie kent niet de zogenaamde Memlincfoto van Joris Van Severen ? Onvermijdelijk verwijlen onze gedachten naar Nestor Gerard, dé fotograaf van de Vlaamse Beweging en auteur van één van de meest ontroerende foto’s uit onze Beweging, Dr. Borms aan het sterfbed van Berten Fermont. Ontelbaar zijn de portretfoto’s die hij gemaakt heeft. Zij getuigen van een directheid, een levendigheid die je enkel kan bereiken als je je object, de gefotografeerde tegemoetkomt met de echtheid die de fotograaf kenmerkt, als je je object liefdevol benadert. Ook de echte natuurfotografie getuigt van liefde voor het object, van heel veel respect voor zijn object. De natuurfotograaf gaat naakt naar zijn object, enkel gekleed, beschermd door één technisch element: de camera. Hij gebruikt geen trucs, geen geheimen, geen speciale effecten alleen zijn oog, zijn observerend oog, zijn spiedend oog, zijn ooglens die één wordt met de fotolens. Hij gebruikt geen studio, geen lampen, geen hulpmiddelen, … De natuurfotograaf gebruikt de oerelementen: de aarde, het water, het licht van de lucht en het vuur van de zon. Hij observeert deze oerelementen en visualiseert ze voor zichzelf om ze vervolgens vast te leggen op pellicule, te behouden, te bewaren voor de toekomst, in één enkel ogenblik, in één enkel klik-ogenblik. De naakte natuurfotograaf en de naakte omgeving worden één, versmelten tot één statisch en toch evoluerend beeld dat foto wordt, neen, dat veel meer wordt dan foto: dat beeld dat monument wordt. Een beeld dat eert en vereert. Beide elementen, het eren en vereren, vinden we ontegensprekelijk terug in het werk van Ivo De Cock dat hier vandaag wordt tentoongesteld. Ivo is een kind van zijn streek, zijn Vlaanderen, zijn Waasland, zijn Stekene. Hij eert zijn land want “daar is maar één land dat zijn land kan zijn”. Of om het met de woorden van Cyriel Verschaeve te zeggen:

Ik kan niet anders dan één en enig zijn in mijn liefde

Ivo De Cock houdt van zijn land en benadert het onbevangen, liefdevol en naakt,
enkel beschermd door zijn camera. Ivo geeft zichzelf bloot in het eer bewijzen aan zijn land. Hij vereert zijn land, hij toont het mooie, het schone in zijn land, van zijn streek, van “le plat pays qui est le mien”, dat ons “plat pays” is. Of zoals Anton Van Wilderode schreef: “In vierkante vakken van gras van zwetende zwarte aard met akkers en uiterwaden ligt het Waasland waterpas.” Ivo kan niet anders dan zijn land weergeven, tonen, want opnieuw met de dichter Van Wilderode:

Ik ben om het even wie Maar ik adem mijn eigen aarde

Ivo is niet in het thans geografisch beperkte Waasland gebleven; Oost-Zeeuws-Vlaanderen maakt immers met het Land van Waas en meer bepaald de Wase Scheldepolders één geofysisch geheel. Trouwens, de grens tussen Waas- en Nederland zou nooit een scheidingslijn hebben getrokken in het prachtige gebied tussen Schelde en Durme indien in de 17e eeuw er niet de strategie van Alexander Farnese en die van Prins Maurits was geweest die na 1585 de Scheldedelta in de handen van de Staatsen wilde houden.“’t Is te kleene om gedheelt te blijven”. Was het Gezelle of wie ? Maar daardoor zijn zowel Zeeuws-Vlaanderen als het Waasland excentrisch gelegen randgebieden gebleven en zijn wij ons naar het woord van de Prins der Vlaamse letteren, Filip De Pillecijn “mensen achter de dijk” gaan noemen. Het is het land van de “mensen achter de dijk” dat Ivo behoudt, eert en vereert. Ivo slaagt erin om door zijn oog een hele wereld, onze wereld, ons land te waarderen, de waarde van zijn land te bevestigen en het een meerwaarde te geven door dat schone beeld van zijn land, zijn streek liefdevol te benaderen, te omhelzen, te fixeren en vast te leggen voor de toekomst. De foto-kunst van Ivo herleidt ons - de toeschouwer - tot de kijker; wij zijn niet meer de “heersers der aarde” uit het studentikoze Zeeroverslied. Neen, hij herleidt ons op onze beurt tot onze essentie, hij laat ons naakt worden t.o.v. ons land. Of om het met de woorden van die andere grote Wase dichter Paul Snoek te zeggen:

Wij zijn bedelaars die naar de sterren kijken en goedkoop begraven worden ergens in de dag

We zijn tijdelijk, klein t.o.v. de natuur, tegenover ons land. Ivo De Cock toont ons de grootsheid van ons land en tegelijkertijd onze kleinheid. Het land zal blijven maar ook “een volk zal nooit vergaan” want geen land zonder volk en geen volk zonder land. De fotografie van Ivo nodigt onvermijdelijk uit tot poëzie. Elke foto is poëtisch, refereert naar het buikgevoel dat je ook terugvindt in de klassieke poëzie van Van Wilderode, de meer experimentele poëzie van Paul Snoeck; de fotografie van Ivo De Cock ademt poëzie, is poëzie. Daarom is de fotografie van Ivo De Cock kunst, zuivere kunst, geen cloacakunst maar echte kunst die spreekt en aanspreekt, zonder woorden, met woorden, kunst die je naar de keel grijpt, kunst met een hoofdletter. In de stellige overtuiging dat de kwaliteit van de fotografie van Ivo De Cock recht evenredig is met zijn liefde tot zijn land en zijn volk, verklaar ik met heel veel genoegen deze tentoonstelling voor geopend. Dank U.

Ivo De Cock 70 jaar (2)

Toespraak door Astère Vaerewijck ter gelegenheid van de fototentoonstelling 14 maart 2009. Ter gelegenheid van Ivo’ s verjaardag, iedereen hartelijk welkom op deze zogenaamde lentedag. ( het weer was uitzonderlijk koud voor de tijd van het jaar). Ivo is onmiskenbaar Stekenaar en zonder twijfel Vlaams nationalist. Samen met Fons Dhollander stond hij aan de wieg van het Vlaams Blok afdeling Stekene. Vele jaren heeft hij alleen moeten opboksen als raadslid in de gemeenteraad. Vandaag hebben we vier gemeenteraadsleden en is Ivo OCMW- raadslid. Ivo ,zeventig jaar, velen zouden het wat kalmer aan doen, Ivo niet. Hij is nog steeds een vat vol ideeën, neemt initiatieven, documenteert, organiseert en realiseert, waarvan ondermeer de Dr. Geert De Rijcker - Kring. Zijn doelstelling: de Vlaams nationale gedachte actueel te houden via spreekbeurten, boekbesprekingen allerhande, alternatieve 11 juli vieringen enzovoort. Maar wie was Dr. Geert De Rijcker? Geert De Rijcker werd geboren in 1901 in Blankenberge. Studeerde omstreeks 1923 in Leuven voor geneesheer; hij werd preses van het KVHV, werd weggestuurd van de universiteit wegens zijn radicale gedachte t.o.v. de weigering van de vernederlandsing van de universiteiten door te voeren. Hij kwam in Gent terecht en werd voorzitter van het KVHV. Door de vele betogingen en rellen werd in 1930 (na 100 jaar België) aan de universiteiten officieel Nederlandstalig onderwijs gegeven. Afgestudeerd en gehuwd, kwam hij op vraag van zijn schoonbroer, Victor Leemans, naar Stekene, waar hij hier in de Stadionstraat zijn beroep als geneesheer uitoefende. Het duurde niet lang of hij lag overhoop met de berekenaars die liever verdienden dan te dienen. In 1935 werd hij arrondissementsleider van het VNV. In 1938 nam hij deel aan de gemeenteraadsverkiezingen. “Lijst Vlaams Blok” behaalde 22 % van de stemmen met als resultaat: twee gekozenen van de elf raadsleden. Twee jaar later stierf hij, veel te vroeg, op 39 -jarige leeftijd geveld door keelkanker. Na deze toelichting besluit ik met een ode aan de wilskracht en de toewijding van de velen die ons voorgegaan zijn met een bijzonder proza voor Ivo, maar ook voor allen hier aanwezig, getiteld:

Jeugd

De jeugd is geen periode van het leven,
ze is gesteldheid van de geest,
een vrucht van de wil,
een kwaliteit van de verbeelding,
een emotieve intensiteit,
een overwinning van de moed op de schuchterheid,
van de zucht naar avontuur,
op gehechtheid aan het comfort.
Men wordt niet oud omdat men een bepaald aantal
jaren heeft geleefd;
men wordt oud omdat men ontrouw is geworden
aan zijn idealen.
Jaren rimpelen de huid,
maar het verloochenen van zijn ideaal
rimpelt de ziel.
De beslommeringen, de twijfels,
de angsten en de wanhoop
zijn de vijanden die ons langzaam
doen buigen naar de aarde en
ons tot stof maken….voor onze dood.
Jong is hij, die zich kan verwonderen
en verbaasd kan staan.
Zoals het kind, dat onverzadigbaar is,
vraagt hij: “ En dan?”
Hij tart de gebeurtenissen
en schept vreugde in het levensspel……
Je bent zo jong als je geloof,
zo oud als je twijfel,
zo jong als je vertrouwen in jezelf,
zo jong als je hoop,
zo oud als je neerslachtigheid.
Je zult jong blijven
zolang je ontvankelijk blijft.
Ontvankelijk voor wat mooi, goed en groot is.
Ontvankelijk voor wat de natuur,
de mens en het oneindige je zullen verkondigen.

Gen. Mac Arthur

Ivo De Cock 70 jaar (3)

Toespraak door Gilberte Geers, secretaris van Dr.Geert De Rijcker-Kring

Levensverhaal van Ivo de Cock

16.03.1939: in het landbouwersgezin De Cock werd een zoontje geboren:hij kreeg de naam Ivo. Hij kwam in een warm nest terecht; ook zijn grootouders en tantes die naast hem woonden, vertroetelden hem graag. Maar schone liedjes duren niet lang en kleine Ivo was amper 1 jaar toen de oorlog uitbrak: een moeilijke periode met kommer en kwel brak aan. Ivo werd al op heel jonge leeftijd op de boerderij aan het werk gezet, want hij was voorbestemd om zijn vader op te volgen. Zelfs vóór hij naar school ging in het lager onderwijs, was hij dikwijls al in de weer met paard en kar om daarna vlug naar school te lopen. Ondertussen kreeg hij 2 broers bij. Na de lagere school(in die tijd tot 14 jaar)volgde hij landbouwschool en daarna nog avondschool voor een betere algemene ontwikkeling. Als jonge kerel wilde hij zijn legerdienst doorbrengen bij de para’s, want hij wilde graag eens wat anders meemaken dan de dagelijkse sleur. Maar zijn legerdienst bij de para’s was van korte duur. Er brak een opstand uit in Congo en dat had tot gevolg dat alle rekruten werden verzocht een document te tekenen waarbij zij zich akkoord verklaarden om ingezet te worden in de voormalige kolonie. Ivo was niet van gisteren en weigerde te tekenen, de enige trouwens van de zevenhonderd para’s in opleiding. Daardoor werd hij overgeplaatst naar een andere eenheid in Duitsland. Na zijn legerdienst nam hij de draad weer op op de boerderij en ging ’s avonds weer bijscholen. Ivo had als hobby: lezen. Geen romans of andere verhalen, maar ernstige lectuur:boeken over politiek en de filosofie van Romeinen en Grieken boeide hem zeer. Een andere hobby van hem was fotograferen: hij volgde daar 3 jaar academie voor en ontwikkelde zelf zijn foto’s Uitgaan interesseerde hem niet. Er volgde een minder goede tijd voor de boeren: in Frankrijk was er opstand, later ook in Wallonië. Ivo volgde al dat nieuws op de radio en in de krant en maakte daar verslagen van op die hij naar een krant opstuurde en zo verschenen zijn artikels. Hij ligt ook aan de basis van de oprichting van het Boerensyndicaat, De Drietand. Er waren regelmatig betogingen en protestacties van de boeren en zo kwam hij terecht in een maalderij op De Klinge om die mensen aan te sluiten bij het Boerensyndicaat. Daar liepen een paar dochters rond. Ivo was ondertussen al half in de twintig en nogal schuchter wat de vrouwen betrof. Hij trok toch eens mee met familie naar de kermis in Stekene en er werd gedanst:Ivo liet zijn oog vallen op een meisje, nee geen wilde boerendochter, maar een ernstig meisje van De Klinge, een dochter van de mulder. Na 2 jaar verkering, hij was toen 27, huwde hij op 30.06.1966 Ondertussen had hij ook een bijscholing gevolgd om te leren metselen en ging in de bouw werken. Hij kocht een bouwgrond en begon zijn eigen huis te bouwen. In de winter toen hij uitvroor, kocht hij in een fabriekje Noorse sokken en ging die bij de boeren verkopen. Dat was zo een beetje de aanzet om nog later zelfstandig huishoudproducten, schoonmaakproducten en verven te verkopen. Zijn handel was niet alleen in Stekene gekend, maar ook in vele omliggende dorpen. Van overal kwamen ze om verf, olie en vooral ook zijn bleekwater. Je moest alleen oppassen voor je kleren want met enkele spatten had je zo camouflage kledij. Ondertussen zat of lag Ivo niet stil: hij werkte aan zijn nageslacht en werd vader van 3 zonen en heeft nu ook reeds 5 kleinkinderen. Ivo is al heel lang politiek actief, zit nog in verschillende verenigingen en leest nog steeds heel veel, want lezen is voor hem een ontspanning: zijn boekenkast puilt uit. Fotograferen is ook nog steeds zijn grote hobby. Onlangs viel hij nog in de prijzen. Ivo wordt nu 70 jaar, maar is nog lang niet uitgeblust. We wensen hem nog een heel lang gezond en gelukkig leven toe. Proficiat Ivo!!!!!!!!!!!!!!!!!